De knoop doorhakken
Maar lees eerst nog even dit!
Je hakt de knoop door: je gaat iets heel anders doen. In een interview met het FD vertelt bestuursvoorzitter van de Autoriteit Financiële Markten (AFM), Merel van Vroonhoven, over haar beslissing om haar baan op te zeggen en in september te starten met de Pabo. Ze wil graag iets betekenen voor kwetsbare mensen, direct en dichtbij. Een mooi en sympathiek streven, dat zeker. Maar misschien ook een beetje ondoordacht en zonde. “Wat moedig, wat knap”, roept haar omgeving vast. Maar gaat ze ook vinden wat ze zoekt? Dat is nog maar de vraag.
Merel van Vroonhoven beschrijft hoe ze alleen op het strand, in de stromende regen, de knoop doorhakte. Ze was niet over een nacht ijs gegaan, had er maanden over nagedacht en zelfs meegelopen op een school. Toch is de kans dat ze spijt gaat krijgen reëel en herkenbaar ook vanuit andere casussen die ik de afgelopen jaren ben tegengekomen.
Hieronder de vragen die je je moet stellen voordat je rigoureus het roer omgooit:
1. Gooi je niet de hele auto weg omwille van die lelijke koplampen?
Met andere woorden: heb je goed zicht op je behoeftes en kwaliteiten? En in welke omgeving je het beste tot je recht komt? Zo geeft Merel opgewekt aan dat ze de leukste baan van de wereld heeft. Een inschatting door mij van de inhoud van deze functie: lange dagen van overleg, strategiebepaling, analyses in een beleidsmatige, financiële omgeving. Blijkbaar past dat haar tot op zekere hoogte goed, maar is er ook verlangen naar iets anders. En waarschijnlijk ook een (onbewust) fed up met bepaalde aspecten van het huidige werk. Maar om echt alles wat lijkt op deze baan te elimineren, lijkt een beetje op het op de schroothoop gooien van je auto als de koplampen je tegen staan. Misschien heeft Merel genoeg van de financiële wereld, maar dat betekent nog niet dat ze niet erg op haar plaats is in een beleidsmatige omgeving. Of dat de taken haar niet prima passen.
2. Durf je ook stil te staan bij wat er niet goed ging? Klopt je verhaal wel?
Een mens is gebaat bij een positief zelfbeeld en een logisch, geloofwaardig verhaal over zichzelf. Als je over jezelf zegt: Ik ben nu eenmaal een nieuwsgierig mens, voel je je beter dan wanneer je jezelf een mens van 13 ongelukken in een dozijn noemt. Het verhaal van Merel is een mooi verhaal: ’Ik ben iemand die kwetsbare mensen dichtbij wil helpen’. Dat geeft een fijn gevoel over jezelf. Vanuit onze behoefte niet te lang stil te staan bij onze twijfels en beperkingen, schieten we soms wat al te snel in dat geruststellende goede verhaal. Maar daarmee ga je mogelijk voorbij aan de dingen die er niet zo goed gingen of waar je een hekel aan had. Misschien vond Merel bepaalde aspecten van de baan wel heel lastig, al dat ‘politieke gedoe’ bijvoorbeeld, of die bergen van kritiek die je nu eenmaal in een dergelijke functie krijgt. Dan is dit nieuwe verhaal een mooie reden om daar niet mee aan de slag te hoeven gaan. Maar daarmee mis je ook de mogelijkheid om er gewoon beter in te worden en de functie met minder moeite en meer plezier uit te voeren.
3. Heb je zicht op wat je verliest?
Merel gaat ongeveer 30% verdienen van wat ze nu verdient. Dat is tenminste helder. Daar kun je voor kiezen. Maar de vraag is of ze zich realiseert wat ze nog meer gaat verliezen. Dat er naar haar geluisterd wordt door beleidsmakers, dat ze kan meebeslissen, dat ze analytisch uitgedaagd wordt, dat ze kan brainstormen over strategische keuzes, dat ze een toezichthouder op afstand heeft (in plaats van een directeur aan het einde van de gang), dat ze een ondersteunende dienst heeft die allerlei zaken regelt, dat er geld is voor allerlei zaken zoals ontwikkeling. Dat soort zaken. Merel heeft het erover dat ze zichzelf nog allerlei Commissariaten ziet doen in de toekomst. Maar werkt het zo? Is ze nog aantrekkelijk voor dat soort functies als ze voor de klas staat?
4. Heb je je opties wel goed onderzocht?
We zijn geneigd naar de meest voor de hand liggende opties te kijken: als je graag met kwetsbare mensen wil werken, ga je werken in het speciaal onderwijs, logisch toch? Maar er zijn nog zoveel andere opties, die misschien minder voor de hand liggen. De vraag is bij voorbeeld of je wel fulltime bezig moet zijn met die behoefte die je hebt: misschien werkt het ook wel om naast je werk bezig te zijn met kwetsbare kinderen. Doordat je een (halve) dag per week vrijwilliger bent in een instelling of een school. Of doordat je je aanmeldt als weekendopvang voor kinderen die een tweede thuis nodig hebben om bij te komen.
De Mark Rutte strategie had ook gekund
Ok, mijn eigen achilleshiel dan nog even. Er zijn al zo weinig vrouwen die meebeslissen en onze dochters laten zien dat dat normaal is. Ik begrijp best dat Merel niet vorm hoeft te geven omwille van de emancipatie, maar jammer is het wel dat ze die kleine pool van vrouwelijk beslissers verlaat. Het voelt soms toch een beetje alsof wij vrouwen nog steeds bezig zijn met de tweede fase van het verwerven van kiesrecht. Er zijn al zo weinig vrouwen die hun geluid kunnen laten horen in de politiek en allerlei organisaties. Het blijft gek dat we dat zo normaal vinden.
Eh, sorry Merel, voor al deze ongevraagde adviezen, ik vind het zonde dat je niet preciezer bijstuurt. Dat je je kwaliteiten en mogelijkheden niet inzet op een manier waarmee je ook kwetsbare mensen helpt, maar waarschijnlijk veel meer impact hebt. Een baan in het bestuur van de Jeugdzorg bij voorbeeld. En dan een ochtend in de week als vrijwilliger op de vloer of voor de klas. Dat doen mannen zoals Mark Rutte. Nou ja, denk er nog eens over na. En praat ook vooral eens met mensen die wél echt naar je behoeften luisteren, maar niet direct gaan roepen dat het zo moedig is. Je hebt nog een paar maanden.