18-11-2017

Waarom je vaak zo weinig opschiet met een ontwikkelassessment.

Lees verder

Waarom je vaak zo weinig opschiet met een ontwikkelassessment.

Hanteer liever het Spekkoekmodel als je wilt weten welke baan echt bij je past.

Het is goed om niet te hoge verwachtingen te hebben van een ontwikkelassessment. Als je wilt weten wat nu echt bij je past, is de uitkomst zelden verrassend. De uitkomsten zijn grotendeels gebaseerd op ideeën die je al in je hoofd hebt zitten.

Je hebt een dag hard geploeterd. Je krijgt een lekker vertrouwwekkend dik verslag met bevindingen over je kwaliteiten en mogelijkheden. Je moet het zoeken richting evenementen (Toevallig, daarin had je al gewerkt.) Of iets in de medische sfeer (Nou ja zeg, daar dacht je al een tijdje aan, dat kan geen toeval zijn).

Laag om laag krijg je pas echt nieuwe inzichten

Wat ontbreekt in de assessments is externe input. Het idee is dat je aan tafel kunt verzinnen wat bij je past. Maar zo werkt het niet. De psycholoog kent ook maar een beperkt aantal mogelijkheden en kan ook niet voor alle functies aangeven hoe je kansen liggen. Om verder te kijken dan wat je al kent én om een reëel beeld te hebben van je mogelijkheden, moet je , net als bij het maken van spekkoek, laag om laag werken. Een laagje inzicht, gevolgd door een laagje toetsing in de praktijk.

Globaal zicht op je kwaliteiten en verlangens is goed genoeg om aan de volgende stap te beginnen

Natuurlijk is het goed om eerst eens stil te staan bij je kwaliteiten en verlangens. Vooral het benoemen van de kwaliteiten waarmee we de zaken voor elkaar krijgen, blijkt vaak best lastig. Bij functioneringsgesprekken en andere evaluaties wordt nu eenmaal vaak veel uitgebreider stilgestaan bij ontwikkelpunten en ‘wat kunnen we hiervan leren?”. Verlangens en ambities zijn vaak sterk ingegeven door datgene waar je vanaf wilt: minder bureaucratie, minder druk, een minder lastige manager. Globaal kun je vaak wel formuleren wat er nu belangrijk voor je is en dat is genoeg.

Kopjes koffie drinken

Op basis van je kwaliteiten en verlangens formuleer je een aantal gebieden/mogelijke functies die je zou willen onderzoeken. In je netwerk ga je op zoek naar mensen die je er iets over kunnen vertellen of die mensen weten die wel even een kopje koffie met je willen drinken. Het zijn dit soort gesprekjes die je helpen een realistisch beeld te krijgen van zowel de aantrekkelijkheid van een optie, als jouw kansen om ertussen te komen.

De juiste conclusies trekken

Via koffiegesprekjes, en als je wat verder bent door concrete sollicitaties, vergroot je je inzichten. Wellicht kom je tot de conclusie dat een schijnbaar aantrekkelijke optie in feite helemaal niet is wat je zoekt. Misschien ben je ook geneigd te snel een bepaalde richting af te schrijven omdat de eerste informatie tegenvalt, of omdat je afgewezen wordt in het sollicitatiegesprek. Dan is het van belang niet rücksichtsloos je gevoel te volgen (“dit wordt toch niets”), maar te zorgen voor toetsing door anderen: nuchtere vrienden, een coach. Trek de juiste conclusies, misschien is die functie wel erg leuk, maar niet bij deze organisatie. Of is de organisatie best ok, maar niet deze afdeling.

Waar je uitkomt valt niet te voorspellen

De kans is groot dat je uitkomt op een functie, die je nog helemaal niet op het vizier had. Waar je wellicht zelfs nooit eerder van gehoord had. Dat is het voordeel van werken in lagen. Inzicht en toetsing. Via een beslisboom vallen bepaalde opties af en komen er nieuwe mogelijkheden bij. Ook je criteria worden al pratende scherper: kom je erachter dat er in die richting die zo leuk leek, alleen maar tijdelijke dienstverbanden zijn. Of dat de mensen je helemaal niet aanspreken. Al onderzoekende leer je het meest. Laag om laag dus, met geduld. Zoals bij het maken van een spekkoek, zeg maar.

Meer lezen over hoe ontwikkelassessments ook anders kunnen en hoe je erachter kunt komen wat bij je past? Lees dan verder in onze artikelen; bijvoorbeeld: een-baan-die-echt-bij-je-past