07-11-2017

Natuurlijk wil je niet je hele leven bij dezelfde werkgever blijven. Maar wat nu als je bij de beste zit?

Lees verder

Natuurlijk wil je niet je hele leven bij dezelfde werkgever blijven. Maar wat nu als je bij de beste zit?

Het is een prachtige organisatie, waarvoor je werkt. Je kunt er op verjaardagen nog steeds met trots over spreken. Je werk boeit je ook nog echt, je hebt het naar je zin met je collega’s en je verdient bovengemiddeld goed. Je zou geen werkgever kunnen bedenken, waar je liever zou willen werken. En dat al 8 jaar, of 12 of misschien wel 15. Je had vooraf nooit kunnen vermoeden dat je zo lang zou blijven, toen je startte. Maar is het eigenlijk verkeerd? En hoe weet je wanneer je te lang blijft?

Voorkom dat je opgewekt de fuik in zwemt.

Dat je ergens te lang gebleven bent, heb je vaak pas achteraf door. Als je weg wilt of moet en het lukt niet. Of je merkt dat je wel wilt, maar dat je jezelf afremt: dat je onvoldoende zelfvertrouwen hebt om een stap naar buiten te zetten. Je bent jarenlang met plezier aan het werk, maar je bent je er niet van bewust dat er iets verandert. Dat je positie op de arbeidsmarkt minder is geworden, of dat je angstiger bent dan vroeger. Het is zaak om, zelfs als je bij de beste werkgever werkt en het goed naar je zin hebt, regelmatig je positie te checken. En keuzes te maken, die je helpen onafhankelijk te blijven. Kortom; geniet van nu, maar blijf bezig met je toekomst en voorkom dat jij in een fuik belandt.

5 tips om uit de fuik te blijven:

1. Check je positie intern. Stel jezelf regelmatig de vraag of je nog met even veel plezier werkt als vorig jaar. Of je nog gevraagd wordt voor de klussen die je graag doet. Of je nog succesvol bent. En durf ook aan relevante anderen te vragen hoe zij vinden dat het gaat.

2. Blijf naar buiten kijken. Je hebt het nu te druk en je gaat wel weer eens kijken naar mogelijkheden, als je ook echt de behoefte hebt om een stap te zetten. Nee, dus. Het is belangrijk om voeling met de markt te blijven houden. Door regelmatig te kijken naar vacatures, ten minste een keer per half jaar eens te reageren op een vacature. Misschien toch eens in gesprek te gaan met een headhunter. Maar ook door kansen te benutten om met buitenstaanders te werken. Kortom, onderhoud je netwerk en blijf oog houden voor je externe mogelijkheden.

3. Word geen salarisjunkie. Door een buffer op te bouwen en geen maximale hypotheek te nemen, hou je de vrijheid om zelf je keuzes te maken. Je loopbaan duurt nog lang; misschien wil je wel een keer weer een jaar full time gaan studeren. Misschien biedt een andere werkgever je op termijn wel dingen, die je ook nog graag wilt ervaren: meer buitenland ervaring, of echt iets goeds doen voor de maatschappij. Zie de waarde van je financiële onafhankelijkheid, boven die van een nieuwe badkamer.

4. Kijk jezelf eerlijk in de ogen: ben ik loyaal of vooral angstig? Het kan er ongemerkt insluipen: angst om het vertrouwde nest te verlaten. Check jezelf met de volgende vragen:
• Geloof ik dat ik ook buiten deze organisatie succesvol kan zijn?
• Kan ik het verdragen als mijn overstap geen succes zal zijn?
Als je antwoord op beide vragen geen overtuigd “ja ” is, zorg dan voor een beter verhaal. Door nieuwe ervaringen op te doen met anderen, binnen of buiten je werk (in een bestuur van de school, in een branchevereniging of een opdracht met externen) om je kwaliteiten buiten je bekende werkomgeving te benchmarken.

En oefen jezelf in het juiste verhaal. Onbewust hebben we vaak een verhaal in ons hoofd, dat ons angstiger maakt. Geef bewust tegengas met een realistisch verhaal dat je ruimte geeft om (ooit) een stap te zetten. Zoiets als: “Ik kan niet uitsluiten dat als ik hier weg ga, ik een verkeerde keuze maak. De organisatie kan toch niet bevallen, of ik kan de organisatie niet bevallen. Dat zou ik erg vervelend vinden, maar ik kan het wel verdragen. Ik kan het financieel aan en ik weet dat ik weer een andere baan zal vinden. Als ik nooit wegga, loop ik ook een risico. Bovendien heb ik mijzelf dan laten leiden door angst en dat voorbeeld wil ik niet aan mijn kinderen meegeven.”

5. Blijf jezelf ontwikkelen. Door je bezig te blijven houden met je toekomst (wat wil ik over 3 jaar en over 5 jaar?) doe je dat gericht en niet te eenzijdig. Benut je kansen om niet alleen beter als professional te worden, maar ook aantrekkelijk te zijn als ‘product ‘op de arbeidsmarkt.

Geniet van nu. Maar houd oog op je toekomst.

De verleiding is groot om alleen maar te genieten van je fijne positie nu. En dat je het wellicht zelfs vanzelfsprekend bent gaan vinden; want dat is wat er vaak gebeurt als je niet meer naar buiten kijkt. Maar soms moet je weer eens solliciteren, om te zien hoe goed je het hebt. En vooral moet je je oog ook op de buitenwereld blijven richten, om zelf de regie te kunnen houden.