07-04-2022

Ben je geneigd kritiek té serieus te nemen?

Lees verder

Ben je geneigd kritiek té serieus te nemen?

Vier vragen die je helpen niet direct in de actiestand te komen

Veel mensen die kritiek lastig vinden, hebben er ook voor gezorgd dat ze weinig kritiek krijgen. Ze zijn vaak ontzettend meegaand (‘oh, nee joh dat geeft niets, ik regel het wel”), niet erg uitgesproken en slikken hun eigen kritiek op anderen vaak in. Ook hangt kritiekgevoeligheid samen met perfectionisme: als je moeite hebt met kritiek, ben je geneigd het perfect te willen doen om te voorkomen dat anderen er iets op aan te merken hebben. Soms ziet kritiekgevoeligheid er ook heel anders uit: sommige mensen zijn zo geraakt door kritiek dat ze hard van zich af slaan en in de defensie schieten (“hoezo moet ik opschieten met dat stuk: alsof jij altijd doet wat je belooft”). En zo zijn er nog andere mechanismes die we inzetten om de pijn van de kritiek minder te hoeven voelen. Voortijdig zelf opstappen (zonder een gesprek af te wachten) is er ook een.

Lees ook: Met plezier werken als 55-plusser: daar heb je soms wel het juiste verhaal bij nodig

De nadelen van deze mechanismes
Alle hierboven genoemde opties hebben flink wat nadelen: te hard werken, te veel dingen doen die je niet wilt doen, te weinig uitgesproken durven zijn (waardoor anderen verstoken blijven van jouw, misschien wel geniale, ideeën). Of je hebt te veel conflicten; of niemand durft nog wat tegen je te zeggen. Of je stapt onnodig uit een leuke baan of relatie. Er is kortom veel te zeggen voor het ontwikkelen van een nieuw patroon.

Twee denkfouten
De kritiekgevoeligheid hangt vaak samen met twee denkfouten:
• Je denkt al snel kritiek te horen. Je hebt de neiging om opmerkingen (of blikken) te vertalen naar kritiek. Misschien was die ander gewoon geïrriteerd op de wereld of op zichzelf. De bril waardoor je kijkt lijkt wat vertekend dus.
• Je denkt het direct te moeten oplossen. Die actie-stand gaat samen met het idee dat het vast wel aan jou zal liggen, zeg maar, zelfverwijt. Je gaat vanuit de emotie direct door naar handelen, oplossen. Of je voelt je overmand en komt juist in de piekerestand. Maar wat ontbreekt, is het nemen van emotionele afstand.

Emotionele afstand nemen, door vier vragen.

1. Is dit wel kritiek?
Met een minder positief zelfbeeld ben je eerder geneigd te denken dat het aan jou ligt, dat jij iets niet goed gedaan hebt. En zo luister je ook naar opmerkingen van anderen. Het helpt om de hoeveelheid kritiek te verminderen door jezelf de vraag te stellen: is dit eigenlijk wel kritiek? Zegt iemands letterlijk iets negatiefs over mijn gedrag? Probeer in gedachten de vraag te beantwoorden met een kort ja of nee.

2. Ben ik het ermee eens?
We nemen kritiek vaak te serieus: het is niet meer of minder dan de mening van de ander. Als die iemand je manager is, is dat praktisch gezien best lastig, maar het is niet opeens meer wáár. Vaak zien we kritiek nog te veel als dé waarheid. Door jezelf deze vraag te stellen, kun je een deel van de kritiek ook beantwoorden met ”ja, ik heb je gehoord”, zonder dat je er verder iets mee hoeft te doen. Of er geraakt door te zijn.

3. Wil ik het veranderen?
Gegeven het feit dat iedereen zo zijn imperfecties heeft, wil jij dit eigenlijk wel, veranderen? Mag dit stukje niet gewoon bij jou horen? Misschien moet die ander er wel meer aan wennen (dat jij niet altijd tijd hebt voor een praatje bijvoorbeeld en daardoor als ongezellig wordt bestempeld). Je zou kunnen zeggen: ‘ja ik begrijp wat je bedoelt, maar ik werk nu eenmaal graag geconcentreerd door’.

4. Wanneer en hoe wil ik het veranderen?
De ander en waarschijnlijk vooral jijzelf zullen misschien de neiging hebben dat je direct aan de slag gaat met een verandering die jullie beide wel een goed idee vinden. Maar ook op dit punt is het goed weer even afstand te nemen. Moet je dit wel nú doen, of is het beter op een ander moment? Schiet ik hier niet in mijn reflex om de ander te pleasen?

Minder kopzorgen, onnodig hard werken en gemiste kansen
Van kritiek kun je veel leren, maar alleen maar als je enige emotionele afstand kunt bewaren. Als je je laat meevoeren op de emotionele impulsen, kunnen er patronen ontstaan die je behoorlijk in de weg kunnen zitten. Door jezelf bij kritiek een time out te gunnen en rustig de bovengenoemde vragen te stellen, kun je langzaam een ventweg naast je oude patroon leggen en zo werken naar minder perfectionisme of defensief gedrag. Op termijn kun je steeds meer uitspreken wat voor jou van belang is: jouw ideeën, jouw behoeften. Dat begint met deze, in het begin waarschijnlijk nogal onnatuurlijk voelende, stappen. Maar het zijn wel stappen die ervoor kunnen zorgen dat je weer de regie hebt over je gevoel en gedrag bij (mogelijke) kritiek. En dat scheelt een hoop kopzorgen, onnodig hard werken en gemiste kansen.

Dit artikel heb ik o.a. gebaseerd op het lezenswaardige boekje van Manja de Neef: ‘Zelfvertrouwen’.