Met plezier werken als 55-plusser: daar heb je soms wel het juiste verhaal bij nodig
In relatief korte tijd is er veel veranderd: tot ongeveer 2008 gingen veel medewerkers rond hun 60ste jaar met (vervroegd) pensioen. Nu, nog geen 15 jaar later, is de gemiddelde leeftijd gestegen naar ruim 65 jaar. Een razendsnelle verandering dus, waarbij regelmatig (en vaak ongemerkt) oude beelden in de weg zitten. Zo streven veel werkgevers nog steeds naar verjonging van hun personeelsbestand, wordt er minder geïnvesteerd in 55-plussers en heeft deze leeftijdscategorie nog steeds te maken met leeftijdsdiscriminatie bij sollicitaties, Maar ook 55-plus medewerkers zelf zijn soms te voorzichtig als het gaat om investeren in zichzelf, of om zaken naar zich toetrekken. Of om zaken aan te kaarten die belangrijk voor hen zijn. Jezelf het juiste verhaal vertellen helpt om niet mee te gaan in vooroordelen én om je eigen keuzes nog eens kritisch te toetsen.
Lees ook: werk-vinden-dat-bij-je-past-betekent-echt-leren-uit-slechte-ervaringen
Een realistisch beeld over 55-plus in zeven punten:
1) We leven gewoon veel langer: sinds 1970 is de levensverwachting met ruim negen jaar voor mannen (van 70 naar 79 jaar) en zeven jaar voor vrouwen (van 76 naar 83 jaar) gestegen. De beelden van 55-plussers zoals onze opa’s en oma’s zijn achterhaald. We hebben veel meer (en gezondere) jaren te leven. Ook na ons pensioen.
2) Mentaal behoorlijk stabiel en meer nachtrust. Er zijn nogal wat vooroordelen over oudere medewerkers. Eén daarvan: ze zijn vaker ziek en minder energiek. Onderzoek laat zien dat ouderen wel iets, maar niet enorm veel vaker ziek zijn. Opvallend is dat ze mentaal juist vaker gezonder lijken: zo komt een burn-out bij jongere medewerkers vaker voor dan bij oudere medewerkers. En nog zoiets: niet gemeten, maar als hypothese: veel 55-plussers voelen zich juist minder vermoeid dan toen ze in de (kleine) kinderen zaten.
3) Een gemiddelde leeftijd van 45 wordt het nieuwe normaal. Werkgevers zullen hun beeld van de ideale werknemerspopulatie snel moeten bijstellen: de gemiddelde leeftijd komt de komende jaren uit op gemiddeld 45 jaar. Dat wordt het nieuwe normaal. Het blijven streven naar verjonging van het bestand zal dus weinig opleveren. De 55-plus werknemers zijn dus gewoon erg hard nodig.
4) De opleidingspot moet anders worden verdeeld. Op basis van roestige beelden van de VUTters van vroeger zijn de opleidingsbudgetten nog steeds nogal scheef verdeeld. Werkgevers zijn helemaal niet gewend te investeren in de ontwikkeling van 55-plussers. Van het opleidingsbudget ging maar liefst 80% naar mensen onder de 45 jaar. Mede gegeven de lagere arbeidsmobiliteit van oudere werknemers loont het dus juist de moeite in hun ontwikkeling te blijven investeren.
5) Het is geen kwestie meer van uitrijden. Medewerkers van 55-plus leren het liefst uit de praktijk, zo laat onderzoek zien. Maar mogelijk zitten zij vast in dezelfde beelden waardoor het niet zinvol genoeg lijkt om te investeren in iets substantieels als een opleiding. Vijf of tien jaar is geen kwestie van rustig uitrijden: dat kan zomaar een vijfde of een kwart van je loopbaan zijn.
6) Langzaam maar zeker steeds meer mobiliteit. Dat oudere werknemers minder loopbaanmobiel zijn is natuurlijk ook niet zo gek: ze worden nog steeds elders gewoon minder gemakkelijk aangenomen. Maar door de krappe arbeidsmarkt lijkt het tij te keren. Ook nu al zien we dat oudere werknemers steeds sneller nieuw werk vinden. Dat maakt het voor werkgevers gemakkelijker hen in dienst te nemen (als het niet past, kun je zonder al te veel gedoe afscheid nemen) en voor werknemers biedt dat de kans om eens iets uit te proberen. En niet kosten wat het kost vast te houden aan die baan die zekerheid biedt.
7) Geen standaardoplossingen, maar per individu in gesprek. De focus lag lang op een (standaard) ontzie-beleid (bijvoorbeeld: minder nachtdiensten). Door de verbeterde gezondheid is dat minder nodig, maar je hebt, net als jouw jongere collega’s, waarschijnlijk wel specifieke behoeften. Misschien wil je zes weken vrij in het voorjaar om met je camper op pad te gaan. Of om de week op je kleinkind passen. Door de krapte op de arbeidsmarkt bekijken veel werkgevers deze wensen met een open mind. Het ging ook altijd over demotie, en dat kan. Maar het kan ook zijn dat je juist behoefte hebt aan een promotie.
Kortom: het is goed om af en toe eens stil te staan bij de nieuwe feiten en bij hoe oude beelden ons denken beïnvloeden. Zowel werkgevers en werknemers. Door de krappe arbeidsmarkt zijn recruiters/werkgevers al vanzelf wat meer geneigd van hun ideaalprofiel af te stappen. In combinatie met de groeiende stroom werkende 55-plussers, is dit juist het moment waarop vooroordelen zullen verminderen. Zo kan het steeds normaler worden om op je 58ste nog een opleiding te gaan doen of een stap te zetten. En dat kan ook zomaar een stap naar buiten zijn én een promotie.