De 20 beste tips van experts om je voor te bereiden op je sollicitatiegesprek
Sollicitatiegesprekken zijn heel bepalend voor je loopbaan. Eén verkeerd antwoord en je geschiedenis kan zomaar anders lopen. Tegelijkertijd is het niet verstandig daar te veel bij stil te staan, want dat maakt je veel te gespannen. Het blijft een bijzondere situatie, omdat in een korte tijd een beeld gevormd wordt van jou en door jou. Je kunt je kansen enorm vergroten als je vooraf eens goed stilstaat bij een aantal zaken. Hieronder de beste tips van onder andere Aaltje Vincent en Jack van Minden. En die uit mijn eigen praktijk en netwerk.
1. Maak het gelijkwaardig: Jack van Minden heeft het over een inkoop- en verkoopgesprek, in één. Voor beide partijen. Je toetst of het past én je verleidt de ander voor jou te kiezen. Bij de werkgever ligt de nadruk vaak meer op de inkoop/selectie, waardoor je als sollicitant zomaar te veel in de verkooprol terecht kunt komen. En daarmee boet je in aan geloofwaardigheid. Juist het besef dat ook jij moet toetsen of je hier op je plaats bent, maakt het gesprek gelijkwaardiger en jou als kandidaat interessanter. En dat begint al bij de voorbereiding.
2. Beïnvloed het ‘klik’ gevoel: echt even contact maken bij aanvang draagt bij aan een positief gevoel over jou, benoemt Aaltje Vincent. Maar ook een compliment over het pand, de vacaturetekst, het uitzicht. Maar het allerbelangrijkst (zie ook tip 3): wellicht hebben jullie gemeenschappelijke connecties. Dat draagt bij aan het gevoel van betrouwbaarheid. Ook andere overeenkomsten zijn een pré: dezelfde universiteit, geboortestreek, voormalige werkgever.
3. Weet wie je tegenover je krijgt. Daarmee kun je beter inschatten wat voor hen van belang is en welke informatie zij jou kunnen geven. Maar ook: zo voorkom je blunders. Bijvoorbeeld: dat je benoemt dat je blij bent dat jij een serieuze opleiding hebt gedaan en niet zo’n korte, meer zweverige variant. Die jouw selecteur dus wél gedaan blijkt te hebben. Check je gesprekspartners via LinkedIn en google ze even.
4. Zorg dat je sociale media op orde zijn. Jouw potentiële werkgever kijkt in de meeste gevallen op je LinkedIn profiel en Facebook. Misschien is het handig daar nog wat te verwijderen of nog een interessante post te plaatsen.
5. Doe wat research naar je potentiële nieuwe werkgever. Weten hoe de organisatie eruitziet, wat kernwaarden en plannen zijn, wat de laatste nieuwtjes zijn: het draagt bij aan het beeld van jou als intelligent en voorbereid. Fijn is als je het niet al te nadrukkelijk naar voren brengt.
6. Duik eens in je rugzak. Misschien behoor je tot het overgrote deel van de professionals die weinig concrete en vooral weinig constructieve feedback heeft gehad. Kennis van jouw kwaliteiten, van de zaken die jij in huis hebt en die ervoor zorgen dat jij resultaten bereikt, is niet zo vanzelfsprekend. Als je merkt dat je een beetje blijft steken in een aantal veelgenoemde en wat globale kwaliteiten, dat je eigenlijk onvoldoende zicht hebt op de inhoud van jouw rugzak, ga dan op zoek naar meer specifieke kennis. Bevraag eens wat (ex) collega’s en/of managers, mensen met wie je samen dingen hebt georganiseerd, naar wat zij zien als jouw belangrijkste kwaliteiten. Wellicht moet je een beetje op ideeën gebracht worden.
7. Oefen op een levendige schets van jezelf. Veel interviews starten met varianten op de weinig verassende vraag: “Kunt u uzelf eens kort schetsen?” Uit ervaring weet ik dat die vraag soms ook gesteld wordt door de selecteurs om weer even grip te krijgen op dit nieuwe cv, omdat er al vier andere gepasseerd zijn. En jezelf in maximaal twee minuten beschrijven, dat kun je lekker thuis oefenen. Kort over je opleiding en meest belangrijke werkervaring. Wat je kunt betekenen voor het bedrijf en liefst nog iets verrassends, iets waarbij je gesprekspartners een beeld van je krijgen dat blijft hangen. Een voorbeeld: Recent hebben jullie alle klanten overgezet in het nieuwe systeem. En jij als manager kreeg iedereen mee om in ploegen twee keer 24 uur te werken om alles voor elkaar te krijgen. Waarna jullie op zondagavond tevreden met pizza’s op het terras de afronding hebben gevierd.
8. Bereid je voor op de vragen die je waarschijnlijk krijgt. Een aantal bekende voorbeelden, beschreven in het boekje van Aaltje Vincent:
- Waarom wil je weg/een stap zetten?
- Waarom heb je voor deze functie gekozen?
- Waar wil je zijn over 5 jaar?
- Hoe zouden anderen je omschrijven? Wat waarderen ze in jou?
- Wat zijn je sterke punten? Wat heb jij wat anderen niet hebben?
- Wat zijn je verbeterpunten?
- Hoe ga je om met agressie, deadlines, ontevreden klanten?
- Waarvan gaan je ogen fonkelen als je deze functie krijgt?
9. Bereid je specifiek voor op vragen via de STAR-techniek. De meeste HR-professionals hebben een cursus STAR-interviewen gevolgd. Dat wil zeggen dat ze je altijd naar voorbeelden zullen vragen. Ze zullen je naar de S (situatie), je T (taak), jouw A (actie) en het R (resultaat) van het voorbeeld vragen. Denk aan de hand van de vacaturetekst en eventueel aanvullende informatie, na over wat de belangrijkste competenties van de functie zijn. Bereid je daarop voor, denk na over een goed voorbeeld van een competentie als samenwerken, visie hebben, organisatiesensitiviteit of overtuigingskracht.
10. Denk na over de lastige vragen die je kunt krijgen. Misschien ben je een tijd zonder werk geweest, heb je je studie nooit afgemaakt, ben je vier keer in twee jaar van werkgever veranderd of heb je lang onder je niveau gewerkt. Zonder echt te liegen, kun je het verhaal net een wat fijnere wending geven. En ook heel belangrijk: klaag niet over je vorige werkgever. Ook al ben je bruut ontslagen, ging er van alles fout bij je vorige bedrijf: benoem het niet in en sollicitatiegesprek. Je hebt mogelijk de behoefte uit te leggen hoe het (echt) zat, maar het roept meestal vooral onrust op, vanuit de gedachte: er zal ook wel iets aan jou hebben gelegen.
Lees ook: Zorgt faalangst ervoor dat je toch maar niet op die leuke vacature solliciteert?
11. Zorg voor hard bewijsmateriaal. Vertrouwen creëer je door bewijsmateriaal. Door de dingen die je gedaan hebt. Niet door hard te roepen dat je heel goed in het organiseren bent, maar door aan te geven dat je een traject hebt getrokken met een budget van 1,2 miljoen. Dat je dat jaren achter elkaar hebt gedaan en er telkens weer voor werd gevraagd. Dat je altijd binnen budget bleef. Dat jij de trekker was van dat congres. Of jarenlang de tweede m/v was bij de Cao-onderhandelingen. Wees geen blaaskaak: “Ik kreeg gewoon veel kansen” doet het altijd goed. De commissieleden begrijpen best wel dat jij blijkbaar goed bent in wat je doet.
12. Wees jezelf, maar wel met beleid. Realiseer je dat je onder een vergrootglas ligt. Dat er weinig informatie is om een oordeel op te baseren en dat gemakkelijk de suggestie gewekt kan worden dat je toch niet krachtig genoeg bent of dat je niet ambitieus genoeg lijkt. De selecteurs zeggen dan vaak, dat ze er de vinger niet op kunnen leggen, maar dat het een gevoel is. Eigenlijk betekent dat zoveel als dat ze er geen echt bewijsmateriaal voor hebben, maar een gevoel wordt altijd serieus genomen. Een al te enthousiast verhaal over al je hobby’s bijvoorbeeld kan zomaar aanleiding zijn om te denken dat je je niet voldoende zal inzetten. En bewaar sommige vragen ook tot de band hechter is, of regel het als je er werkt. Met een vraag als: “Kan ik in de zomer zes weken vakantie nemen? “, kan je ook opeens in het vakje ‘niet ambitieus’ terecht komen.
13. Beter niet liegen, of in ieder geval niet te erg. Jack van Minden is er nogal laconiek over: soms is het nodig. Maar stel jezelf wel de vraag of het niet uitkomt als je eenmaal bent gestart (het is een reden voor ontslag) en of het je niet te veel in de weg zit, in het gesprek zelf. Op de vraag: bent u weleens ontslagen? Zou van Minden niet snel een eerlijk antwoord geven als het in je nadeel werkt. Lastig te checken, zeker als het langer geleden is. Een eerlijk antwoord kan het beeld zomaar doen kantelen. Feit is: het middel sollicitatiegesprekken is best beperkt, in die korte tijd die de ander ervoor heeft een oordeel over jou te vellen, weegt elk negatief punt enorm zwaar.
14. Ken je eigen valkuilen en laat je corrigeren. Sommige mensen hebben de neiging breedsprakig te zijn, associatief allerlei informatie te koppelen en zo allerlei vragen tegelijk te beantwoorden. Voor je gesprekspartners is dat vaak niet zo fijn: er zijn vragen voorbereid, dus geef je gesprekspartners de ruimte. Misschien praat je wat te monotoon of te snel: het is dan fijn om op een geduldige en constructief kritische vriend eens uit te proberen of het iets anders kan.
15. Heb oog voor de essentiële trivialiteiten. Het wordt al gauw kinderachtig, net als veel tips over kleding, die je ook in de sollicitatieboekjes tegenkomt. Maar hier toch een paar puntjes, die soms grote gevolgen hebben. Zorg voor een geldig ID, omdat je veel panden anders niet binnenkomt. Check echt even goed of je kunt parkeren, stremmingen in verkeer/ov. De afspraken zijn vaak strak gepland.
16. Stel altijd ook zelf vragen. Omdat je anders te veel in de verkoopstand staat. Alsof jij alleen maar blij bent als zij blij zijn. Stel het liefst vragen die jou echt helpen je keuze te maken. Je kunt vragen hoe de afdeling ervoor staat, wat jouw grootste uitdagingen zullen zijn, wanneer men echt ontzettend blij met jou zou zijn over een jaar of hoe je werkdag eruit zou zien. En tenslotte: ‘Hoe verloopt de procedure verder? ‘. Vragen die gaan over de secundaire arbeidsvoorwaarden kun je beter bewaren voor na het eerste gesprek. Eerst maar eens ontdekken of er een wederzijdse klik is. En als je echt lekker in je kracht zit, een assertieve vraag als: ‘Als je het profiel van de ideale kandidaat naast die van mij legt, waar zit overlap en waar verschil?’ of ‘Wat was voor jullie de reden om mij uit te nodigen?’
17. Ook jij kunt STAR-vragen stellen. Als je je afvraagt of je genoeg eigen verantwoordelijkheid krijgt, vraag dan om een voorbeeld van wanneer je zaken aan je manager moet voorleggen en wat je zelf kunt besluiten. Als je wilt weten of er genoeg ruimte is voor opleidingen, vraag dan wat mensen op de afdeling zoal aan opleidingen gevolgd hebben. Een soort omgekeerde STAR. Dat wil zeggen: je vraagt om voorbeelden die inzicht kunnen geven in een aspect dat jij wilt toetsen. En op basis daarvan kom je zelf tot de conclusie of dat genoeg is. Als je vraagt of je veel zelfstandigheid krijgt, krijg je vooral zicht op de normen van je gesprekspartner. Maar beter is het natuurlijk zelf te wegen.
18. Leef je in in je gesprekspartners. Het valt niet mee om selecteur te zijn. Een geselecteerde kandidaat kan aan alle kanten tegenvallen. Je gesprekspartner is op zijn hoede: kan jij de baan wel aan? Word je niet te vaak ziek, ga je het niet snel alweer saai vinden, pas je wel in het team? Wees dus zelf ook alert op reacties van je gesprekspartner. Soms merk je dat je antwoord verkeerd valt of vragen oproept. Benoem en/of corrigeer het.
19. Denk vooraf na over salaris. ‘Wat zou je willen verdienen?’ Of : ‘Kun je een indicatie geven van wat je nu verdient?‘: een veel gebruikte uitsmijter. Als je je niet goed hebt voorbereid kun je een domme indruk maken, jezelf uit de markt prijzen, of, net zo erg, jezelf veel te goedkoop verkopen. En daar nog jaren last van hebben.
20. Straal uit: Ja, je hebt er zin in! Maar het is zeker niet zo dat je geen andere mogelijkheden hebt. Enthousiast ben je, juist over deze rol, deze functie, dit thema, deze sfeer. Hoe specifieker, hoe beter. Banen krijg je overal, maar deze baan is speciaal. Enthousiasme helpt je gesprekspartners te geloven dat je je zult inspannen, niet te snel vertrekt en een stabiel en opgewekt mens bent. Realiseer je dat selecteurs (die vaak deel zijn van de organisatie) het leuk vinden als jij hun bedrijf/vak ook mooi vindt.
Je staat er al bovengemiddeld goed voor
Misschien vind je het superlastig om een beetje ontspannen een sollicitatiegesprek te voeren. Doe het dan vooral vaak. Als je de kans krijgt, ga dan. Ook als je twijfelt of je de functie wel leuk genoeg vindt, omdat de functie zomaar veel leuker kan zijn dan je verwachtte. Maar ook, omdat je jezelf gunt om eens te oefenen. Misschien ook nog een troostende gedachte: vrijwel iedereen is gespannen. Als je bovenstaande tips een beetje weet te praktiseren, heb je al veel valkuilen omzeild. En kun je zomaar eens een betere indruk maken dan die meer ervaren concurrent.