Spreekangst heeft nogal wat invloed op jouw loopbaan
Met deze 10 ongebruikelijke tips uit de literatuur gaat het ook jou beter af.
Spreekangst is iets natuurlijks. Het hoort bij ons reptielenbrein, dat is ingesteld om te vluchten als er gevaar dreigt. Als er allemaal mensen tegenover je zitten die naar jou kijken, voel je je als slangetje niet op je gemak. En dan hebben we het nog niet eens over de voorstellingen in ons hoofd, die zijn vaak nog stukken bedreigender dan de werkelijkheid. Angst om te spreken, of het nu een presentatie voor een groep is of de aandacht vragen in een overleg: het kan je behoorlijk in de weg zitten in je loopbaan. Het zorgt ervoor dat je soms (onbewust) van bepaalde rollen afziet. Dat je minder zichtbaar bent. Dat je letterlijk niet gehoord wordt. Hieronder een aantal tips uit de literatuur over spreekangst die je kunnen helpen er (veel) minder last van te hebben:
1. Bereid je minder voor. We kunnen allemaal een verhaal vertellen. Als je ons vraagt naar onze vakantie, ons werk, onze muzieksmaak of wat we van de politiek vinden, dan kunnen we daar van alles over vertellen, mits de ander een beetje doorvraagt. Dat is ook wat we in gedachten moeten houden als we ons voorbereiden op een presentatie. Door vertrouwen te hebben in ons vermogen te vertellen en het verhaal vooraf niet uit te schrijven. Door onszelf in gedachten de vragen te stellen en het verhaal een aantal malen globaal door te denken wordt het levendiger. Een paar steekwoorden geven vaak voldoende houvast.
2. Voel jezelf als de gids van je publiek. Jij bent er om hen van dienst te zijn. Door met hen bezig te zijn, richt je je op de goede dingen en neemt jouw spanning af. Vraag bijvoorbeeld of je verstaanbaar bent, geef aan dat je soms geneigd bent wat snel te spreken en of ze dan een seintje willen geven. Maak afspraken over wat te doen als ze vragen hebben. Vertel iets over jouw bedoelingen.
3. Leid jezelf af van al te levendige voorstellingen in je hoofd. De angst die je voelt is vaak vooral een reactie op de onrustige beelden in je hoofd. We reageren, zo blijkt uit onderzoek, snel en heftig op onze interne beelden. Het is daarom van belang dat je jezelf afleidt met externe prikkels. Zorg dat je je echt de ruimte eigen maakt. Dat je alles in je opneemt. Dat je goed luistert naar wat er gezegd wordt en dat je dat kunt reproduceren. Het gaat om waarnemen versus kijken.
4. Laat dat lijf maar even. Je lijf laat zich niet gemakkelijk controleren. Dus laat het maar even trillen en zweten. Als je daarover gaat denken is de kans namelijk groot dat je in een vicieuze cirkel van zelfveroordeling terecht komt en de angst en boosheid alleen maar groter wordt. En je dus nog meer gaat zweten en trillen. Het valt in het algemeen veel minder op dan we zelf ervaren. Twee doe-dingetjes: sta of zit stevig met je voeten op de grond en met ontspannen tenen. En start je verhaal op je uitademing (anders heb je meer kans op hyperventilatieachtige symptomen). En ga het er niet over hebben: zo van ”Ik ben best zenuwachtig dat ik hier sta”. Dat haalt de aandacht weg van jouw boodschap en ook: jij komt zelf in de kleine, wees-alsjeblieft-lief-voor-me stand.
5. Verminder je spanning door andere vragen. Als je last hebt van spreekangst ben je vaak geneigd jezelf de verkeerde vragen te stellen. Vragen die ervoor zorgen dat je onrustig en onzeker wordt en die juist de negatieve scenario’s in je gedachten voeden. Vragen als: “Waarom doe ik dit niet wat soepeler, zoals Hein? Hoe komt het dat het de vorige keer niet goed ging? Wat moet ik doen als er vragen komen die ik niet kan beantwoorden?” Veel beter is het om je een voorstelling te maken van hoe je het graag zou willen hebben: “Hoe zou het eruit zien als het lekker ging?” En om jezelf ‘hoe-vragen’ te stellen: “Hoe kan ik dat het beste aanpakken? Hoe kan ik een voorbeeld verzinnen dat aansluit bij hun belevingswereld?“
6. Praat jezelf geen trauma aan. Spreek jezelf toe zoals je je kind toe zou spreken. Vooraf bemoedigend. Met een focus op wat je te bieden hebt. En achteraf door te zien wat er goed ging. En hoe je je verbeterd hebt in de loop van de tijd. Geef jezelf de credits voor het proberen. Vergeef jezelf een misser. Onze zelfkritiek is vaak behoorlijk destructief (‘Nou dat leek dus nergens op, dat je na 20 jaar nog steeds zo staat te schutteren, mijn hemel, dat wordt echt helemaal nooit meer wat’). Dat gaat vaak vanzelf. Maar als we dat bij kinderen zouden doen, zouden ze er gemakkelijk een trauma aan overhouden. Wij zelf vaak ook, ook al realiseren we ons dat niet.
7. Krijg de aandacht door te beginnen met de pijn. Een mens is het meest alert als er iets aangeraakt wordt m.b.t. zijn zorgen, problemen. Zo zijn we (ook nog dat reptielenbrein) nu eenmaal ingesteld. “Als we zo doorgaan zullen jouw kleinkinderen misschien wel nooit het geluid van een grutto of een kieviet kunnen horen; gewoon omdat ze er niet of nauwelijks meer zijn”. Of begin je verhaal met iets van een individu, als je het over iets groters wilt hebben. Als we wat voelen, luisteren we echt.
8. Overschat je publiek niet. Als je expert bent op het gebied waarover je vertelt, loop je het risico dat je te veel bekend veronderstelt en daardoor niet te volgen bent. Of dat je te veel wilt geven, een compleet verhaal wilt vertellen. Vragen als: ”Wat is interessant voor mijn gehoor, wat is de kern en wat kan ik weglaten?” zijn essentieel in de voorbereiding. Toetsen bij leken kan ook enorm helpen.
9. Verschuil je niet achter een PowerPoint. Als je last hebt van spreekangst kan een PowerPoint die je kunt toelichten, voelen als een fijne reddingsboei. Maar het is ook vaak saai en leidt af van het luisteren naar jou. Hoogstens een paar sheets, maximaal negen als vuistregel, voor zaken die je niet kunt uitleggen zonder plaatje.
10. Spelen met ritme en denken aan Poetin. Een paar veel voorkomende fouten zijn: te snel spreken, te zacht spreken, monotoon spreken, geen punten zetten en alles in hetzelfde tempo. Sluit je mond na elke punt. Probeer eens wat af te wisselen in ritme. Veel mensen eindigen hun zinnen ook omhoog. Je komt geloofwaardiger en resoluter over als je de zin naar beneden eindigt. In die zin valt er ook iets van Poetin te leren (niet teveel): hij straalt geen enkele twijfel uit en door de klemtoon aan het einde van de zin klinkt het allemaal behoorlijk stellig. In onze zorg om onaardig of arrogant gevonden te worden, is de marge soms wel wat al te groot.
Conclusie
Er zijn presentaties in alle soorten en maten. Van het verhaal dat je houdt op een podium tot het uitleggen van jouw punt bij de rondvraag van het teamoverleg. Je kunt het een leven lang ontlopen en dan de paar keer dat je er niet onderuit komt, bevestigd zien dat het echt niets voor je is. Maar het is zo zonde. De mensen die vanzelfsprekend het woord nemen, zijn niet per definitie de meest interessante, de beste. Dus alsjeblieft: als je last hebt van spreekangst geef er niet aan toe. Omwille van jouw zichtbaarheid en ons verlangen naar een nieuw geluid.