25-08-2020

Slimmer omgaan met kritiek in je werk: 6 tips die je helpen koel te reageren

Lees verder

Slimmer omgaan met kritiek in je werk: 6 tips die je helpen koel te reageren

Sleutelen aan jezelf in plaats van vluchten naar een andere baan.

De coronacrisis zorgt ervoor dat velen minder snel de stap naar buiten zullen zetten. Maar wat als je opeens een negatievere beoordeling krijgt of een collega een klacht over je heeft? Regelmatig gebeurt er dan iets dat niet nodig is: door onze heftige emotionele reactie escaleren de zaken. We trekken ons terug, raken oververmoeid en onzeker of gaan het gevecht aan en voelen ons gefrustreerd door een steeds negatievere sfeer. De neiging om te vluchten is vaak groot.

Herkenbaar? Grijp deze onzekere economische tijden aan om jezelf te leren geen speelbal van je emoties te worden als je (stevige) kritiek krijgt. Daar heb je dan gelijk de rest van je leven iets aan.

Hieronder zes tips uit de wetenschap en de praktijk, die je nu eens niet overal leest. En die je direct kunt uitproberen.

1. Snap je eigen brein en verklein het aantal stressmomenten.
Kritiek, een mogelijke afwijzing raakt ons mensen vaak diep. Psychiater Witte Hoogendijk beschrijft in het geweldig leuke boekje: ‘Leef als beest’ hoe ons brein langzamer evolueert dan de omstandigheden veranderen. Ons brein is gevormd in een tijd dat uitsluiting van de groep een zekere dood betekende. Ook onze focus op risico’s, op het negatieve, dat kan leiden tot overmatig piekeren, paste goed bij de simpele risico’s in de oertijd. Ons brein is volop in ontwikkeling: (negatief) fantaseren is iets waarin we echt verschillen van dieren. Anders dan dieren kunnen we tobben en onszelf verwijten maken. Kortom: we zijn niet echt toegerust om ontspannen met kritiek om te gaan. Ook als de dreiging objectief gezien helemaal niet zo groot is, komen we gemakkelijk in de stress-stand.

Wat je aan deze wetenschap hebt? We kunnen onszelf een beetje bijsturen met ons vermogen tot reflectie. Wetend dat ons imperfecte brein de neiging heeft risico’s uit te vergroten, kunnen we onszelf helpen door afleiding, het onderzoeken van de reële dreiging. We kunnen denken: ‘Och ja, ik doe het weer. De vorige keren maakte ik me ook te druk. Laat ik daarvan leren en eerst eens even een stukje gaan wandelen’. Zo kunnen we de stress alvast wat verlagen.

2. Fight, flight, freeze? Of een vierde weg.
Kritiek ervaren we vaak als een aanval en zo reageert het beestje in ons (ons nog niet ui-geëvolueerde brein) er ook vaak op. Mogelijke reacties op kritiek zijn in feite gericht op het zo snel mogelijk stoppen van de pijn die we ervaren bij het krijgen van kritiek.

  • Fight: we gaan in de tegenaanval, probeert de ander uit te schakelen en zo de pijn van de kritiek te stoppen. Door te roddelen over de ander of door direct in de aanval te gaan: “Ja, dat kun je wel vervelend vinden, maar misschien moet je eerst zelf eens kijken hoe het op jouw afdeling loopt, dat is pas echt een zooitje”.
  • Flight: we willen ontsnappen aan de pijn door erover heen te praten, door onze collega of manager uit de weg te gaan, elders te gaan werken, te kiezen voor gemakkelijkere opdrachten. Vaak zijn we ons niet bewust dat we die keuzes maken om de pijn te vermijden: we maken er een ander verhaal bij.
  • Freeze: we reageren niet, trekken ons terug, verliezen aan zelfvertrouwen en daarmee aan eigenzinnigheid en lef.

Met ons mensenbrein kunnen we onszelf ook trainen in iets dat veel effectiever is. Volgens de theorie van de geweldloze communicatie zit achter elke kritiek een behoefte: probeer die scherper te krijgen. We kunnen proberen onszelf te beheersen en door te vragen op wat de ander bedoelt. Zonder dat we daarmee gelijk meegaan in de kritiek, kunnen we onszelf voorzien van relevante informatie, met vragen als:

  • Dus begrijp ik goed dat jij behoefte hebt aan…? Hoe zou dat er dan uitzien idealiter? Wat verwacht je concreet van mij? Heb je een concreet voorbeeld waarbij dat speelde? Misschien nog een?

Daarmee voelt de ander zich gehoord, krijgen we informatie die ons helpt de juiste acties te nemen, maar ook om een goede inschatting van onze kans op succes en eigen motivatie te maken.

3. Stuur de ander bij als die je incasseringsvermogen overschat.
We zijn geneigd het incasseringsvermogen van anderen te overschatten. We vinden dat we best even eerlijk mogen zijn (onze waarheid vertellen) en dat we de ander alleen maar helpen door even goed (uitgebreid en compleet) te vertellen waar het ons om gaat. Maar dat kan die ander helemaal niet verdragen. Evenmin als wij zelf trouwens. Wij mensen zijn heel gevoelige wezens en reageren veel beter op positieve feedback dan op negatieve. Als we iemand treffen die geneigd is tot het noemen van veel punten, stuur het dan bij met woorden als:

“Ik hoor dat je best veel feedback en punten ter verbetering hebt, dank daarvoor. Ik merk dat ik het lastig vind om alles te verwerken. Gun me even wat tijd. Kunnen we ons richten op je belangrijkste (of eerste) punt en een andere keer terugkomen op wat je nog meer wilde zeggen?“

4. Check je interpretaties en doembeelden.
Omdat we zo goed zijn in negatief fantaseren, kunnen we ons allerlei zwarte scenario’s soepel voor de geest halen. Zoals wat anderen over ons roddelen, of mogelijk zelfs een ontslag (en nooit meer aan de bak komen, huis moeten verkopen). Met behulp van cognitieve psychologie kunnen we onze gedachten proberen te veranderen. Niet in één keer, maar wel als we onszelf daar regelmatig in trainen. Stel jezelf de volgende vragen:

  • Hoe groot schat ik de kans in dat mijn angstbeelden werkelijkheid worden?
  • Is het logisch wat ik denk? Bijvoorbeeld dat ze kwaad zullen zijn omdat dit mis gelopen is (terwijl het eigenlijk buiten mijn verantwoordelijkheid lag). Kan ik er ook anders over denken?
  • Stel dat het misloopt zoals ik vrees: is dat dan het einde van mijn geluk of zou er dan nog kans zijn dat zaken opgelost worden, dat ik nog steeds gelukkig word?

5. Maak je worsteling lichter door een goede piekerhygiëne.
Piekeren is ook nuttig: het zorgt ervoor dat je alert bent op allerlei risico’s, dat je in actie komt. Maar er zit ook veel herhaling in ons piekeren. Je kunt jezelf er behoorlijk door uitputten en zo juist minder goed voor je eigen belangen opkomen. Wat helpt is: al schrijvend piekeren. Daardoor zul je niet te veel te herhalen en meer oplossingsgericht kunnen denken. Wat ook handig is: naast je bed een notitieblokje te leggen waarop je je piekergedachten kunt noteren die je ‘s nachts hebt. In de wetenschap dat je in de nacht zelden tot scherpe ideeën komt, kun je dan met het geruste gevoel dat je niets vergeet, je energie opsparen tot de volgende dag. Leid jezelf af. Vaak kom je tot de beste ideeën als je even met heel iets anders bezig bent geweest; iets wat je helemaal in beslag neemt, zoals muziek maken of naar de film of het strand gaan.

6. Scheid lastig van pijnlijk.
Gevoelig als we zijn, zijn we geneigd om kritiek direct te verwerpen of laten we de kritiek diep binnenkomen. Dat laatste doen we ook als we degene die het ons bekritiseert, helemaal niet zo’n goede beoordelaar vinden of misschien diens beweegredenen of kijk op zaken niet helemaal vertrouwen. Het is goed om het gegeven dat het niet handig is dat uitgerekend je manager kritisch over je is, te scheiden van het oordeel of het ook waar is wat er gezegd wordt. Ook die manager heeft misschien helemaal wel geen gelijk, of kijkt door zijn eigen bril naar jou. Dat betekent dus dat je wellicht op deze plek minder kans hebt om succesvol te zijn, maar niet per se dat je ook in een andere omgeving niet succesvol jouw werk zou kunnen doen. Denk na over de winst- en verliesrekening van degene die jou kritiek geeft, over diens kijk op wat de juiste aanpak is. Hierdoor kun je jezelf helpen minder gekwetst te zijn en adequater te reageren, door een goed gesprek met je criticaster of door elders een baan te zoeken bij voorbeeld, omdat je helemaal geen zin hebt om aan de normen van je manager te voldoen.

En zij werkten nog lang en gelukkig...
We reageren in het algemeen heftig op kritiek, kunnen de pijn die het oproept vaak nauwelijks verdragen. Maar als we snappen hoe ons brein werkt kunnen we voorkomen dat we willoos in onze emoties verstrikt raken en reageren op een manier waardoor zaken escaleren. Regelmatig spreek ik mensen die ooit een tijdje in zwaar weer kwamen door kritiek, maar daarna nog jaren met plezier ergens gewerkt hebben. Omdat er andere prioriteiten kwamen, de situatie veranderde. En zij zelf niet in paniek raakten of de stap even niet durfden te zetten. Dit is geen pleidooi om koste wat het kost te blijven; soms kom je gewoon niet tot je recht in een bepaalde werkomgeving. Maar het is wél een pleidooi om niet teveel te schrikken bij kritiek. Om rustig je eigen pad te kiezen, zonder overmatig getob.