Thuiswerken? Je ruimte kunnen opeisen is nu echt nodig!
Als het soms een beetje veel wordt, lees dan verder.
Opeens werken we thuis, althans veel van ons. Vaak ook nog met kinderen om ons heen. En dan lopen er ook nog eens allemaal zaken op het werk anders dan normaal. Kortom, het is vaak best zwaar. Maar misschien is het wel extra zwaar voor je, omdat je te weinig gewend bent je eigen ruimte te bewaken. En heb je daar nú last van, maar eigenlijk eerder ook wel. Misschien is dit wel het moment om eens te kijken of je er anders mee om kan gaan en om daar ook straks na de crisis van te profiteren.
Een korte check: zijn deze gedachten, of enkele ervan, herkenbaar voor je?
• Je bent voor onevenredig veel zaken de hoofdverantwoordelijke op de afdeling en/of in je gezin: onthouden, plannen, organiseren van zaken.
• Je kan soms gefrustreerd raken over wat er allemaal op jouw bordje ligt, maar het komt er niet zo van het echt aan te kaarten. Je bent het vaak snel weer vergeten of wacht op een geschikt moment om erover te beginnen.
• Je verstopt je soms als je geconcentreerd wilt werken.
• Jouw signalen dat je geen tijd hebt of iets niet wilt, worden door anderen regelmatig niet goed opgepakt (ze gaan toch door).
• Je vindt het belangrijk dat de sfeer in huis/op de afdeling goed blijft, meer nog dan de anderen waarschijnlijk. Je ziet er een beetje tegenop om hierover te beginnen.
• Je plant je klussen vaak optimistisch te kort in, bijvoorbeeld wel de gesprekstijd plannen, maar niet de opvolgacties (waardoor je regelmatig buiten werktijd zaken moet afmaken).
• Je bent niet zo goed in conflicten, stelt ook niet graag mensen teleur.
• Het lukt je vaak niet om tijd te vinden om echt te ontspannen (je ziet je partner of collega dat beter doen).
• Je denkt al snel: ’De anderen hebben het ook druk’, dus vraagt het ze maar niet.
• Je bent geneigd te denken dat je niet moet zeuren, gewoon schouders eronder, kom op, zeg. Misschien ook met de paplepel meegekregen.
• Je bent vaak hartstikke moe (maar probeert te voorkomen dat anderen daar teveel last van hebben).
Anders voor jezelf zorgen
Herkenbaar? Gaat dit over jou? Dan wordt het misschien tijd om anders voor jezelf te gaan zorgen. Maar misschien ook niet. Misschien is jouw strategie nog wel een tijdje houdbaar. Het is goed om je te realiseren dat dit gedrag je ook voordelen oplevert. Vaak zeggen mensen dat ze nu eindelijk eens voor zichzelf gaan zorgen, maar dat is onzin. Ook als je je heel dienstbaar opstelt, zorg je op een bepaalde manier voor jezelf. Je vindt het misschien fijn om anderen te kunnen helpen, hebt zelden conflicten gehad, hebt waardering gekregen. Het gaat er dus om dat je nu anders voor jezelf gaat zorgen. Dat kan nodig zijn, omdat je situatie veranderd is, of omdat je andere verlangens hebt gekregen en die ene dienstbare stijl je niet meer past. Als je kinderen hebt gekregen en je leven veel drukker is, of als je nu een zwaardere baan hebt. Of als je behoefte aan rust is sterker geworden.
Vrouwen hebben er vaker last van
Hoe het komt dat de een veel gemakkelijker ruimte claimt voor zichzelf en de ander niet, is niet precies te achterhalen. Het is een mix van boodschappen in je opvoeding, van je onderliggend zelfbeeld (ben ik het wel waard?), van angsten (willen voorkomen dat anderen boos op je worden of teleurgesteld zijn, of misschien wel dat je je baan of de relatie verliest). Maar vaak is het ook een gewoonte: je traint jezelf in een bepaalde stijl. Omdat je conflicten meestal uit de weg gaat, doe je ook niet de ervaring op met wat het je op kan leveren als je de zaken soms wél op scherp zet. Vrouwen claimen vaak minder ruimte dan mannen: een combinatie van traditie, opvoeding, verschillen in salaris. Maar het is geen gegeven. Je kunt veranderen.
Een aanpak in drie stappen:
1. Sta stil bij wat je zelf belangrijk vindt, bij wat je het liefste zou willen.
Door er eens voor te gaan zitten om eens op te schrijven wat je op dit moment mist en waar je naar verlangt. Maar ook door uitstel te creëren als je over iets moet beslissen, door aan te geven dat je er even over na moet denken en er op terugkomt. Zo gun je jezelf de ruimte om je nieuwe gewoontes aan te leren. Noteer ook wanneer het al beter lukte om je ruimte te nemen. Zo zie je het ook als het je beter afgaat. Het is nu eenmaal geen openbaring, waarna alles als vanzelf opeens anders gaat, maar het is echt langzaam uitproberen en steeds beter worden in je ruimte nemen.
2. Krijg zicht op je ongezonde overtuigingen en train jezelf om anders te denken.
Hieronder een minicursus RET-therapie. Stel jezelf de volgende vragen:
• Wat voel je op het moment dat je weet: dit moet ik niet op me nemen en je zegt toch ’ja’? Voelen is een variant op: bang, boos, blij en verdrietig. Dus hier nog even geen ‘lange’ gedachten. Mogelijk voel je iets van onrust of angst.
• Wat denk je waardoor je die onrust of angst voelt? Dat kan zoiets zijn als: ‘Ik moet voorkomen dat ze denken dat ik lui ben’ of ‘Ik wil niet dat we hier een conflict over krijgen’.
• Stel jezelf dan de volgende vragen: Is het logisch wat ik hier denk? Help ik mijzelf door zo te denken? Kan ik hier ook anders over denken?
Een voorbeeld van ‘gezonder denken’ is dan:
‘Nee, ik kan het niet altijd voorkomen dat de ander negatief over me denkt of dat we zelfs een conflict krijgen. Misschien is die ander wel onredelijk. En het is dus ook geen logische gedachte: dat ik het altijd in de hand heb of we een conflict krijgen. Ik help mijzelf er ook niet mee, want ik doe allemaal klussen die ik niet wil doen. Ik kan mijzelf leren er anders over na te denken: dat het mij niet helpt om duurzaam gezond te zijn en plezier te hebben in het leven als ik teveel meega in de behoeften van de ander. Dat ik dus maar beter kan leren dat de ander af en toe boos op mij of teleurgesteld in mij is en we mogelijk een conflict krijgen’.
Het is goed je eigen variant hierop te maken, die je jezelf eigen maakt. Realiseer je dat de overtuigingen die je had, veelal impliciet, de snelweg in je brein vormen. Dat nieuwe gedachten heel onnatuurlijk voelen en dat je jezelf erin moet trainen. Dat het helpt om je bewuster te worden van de situaties door in een boekje te schrijven welke situaties zich voordoen waarin je te meegaand reageerde. Wat je toen voelde en dacht. En wat je mogelijk beter had willen doen en denken.
3. Voer kleine experimentjes uit en kaart je behoeften aan.
Door eens bewust uit te proberen wat er gebeurt als jij iets niet naar je toetrekt op je werk of de was ook gewoon laat liggen. Door eens eerst te gaan zitten en dan te kijken wat er verder nog in de dag past. Door in te tekenen op de online cursus waar je superveel zin in hebt. De ervaring opdoen dat de meest problemen zich oplossen maakt het gemakkelijker om vaker op die andere manier voor jezelf te zorgen.
Misschien moet je eerst de durf vinden, maar wellicht was het ook wat meer een gewoonte geworden om teveel hooi op je vork te nemen. Bepaalde klussen die altijd bij jou terechtkwamen, of het nu op je werk of thuis is. Niet wachten tot het juiste moment, maar het wél aankaarten. Desnoods na de crisis, maar misschien ook wel juist nu: Ik merk dat ik het er echt niet bij kan hebben; ik zou graag willen dat we nú naar een oplossing zoeken’.
Langetermijnwinst
Veranderen is niet gemakkelijk: niet alleen omdat we zelf vast zitten in onze gewoontes, maar ook omdat het systeem om ons heen eraan gewend is. Collega’s rekenen erop dat jij de organisatie van die taken wel op je zult nemen. Of thuis: als jij altijd verantwoordelijk was voor het weekmenu, de verjaardagen en de clubjes, dan is de kans groot dat je op weerstand zult stuiten als je gaat experimenteren met ander gedrag of aangeeft het niet meer zo te willen.
Maar misschien is je omgeving ook welwillender dan je denkt: gunnen ze je het graag. En zo niet: heb dan ook begrip. Je hebt ze gewoon wat te hoge verwachtingen gegeven over wat jij allemaal niet kon doen en goed vond. Jouw anders zorgen voor jezelf, dus niet alleen door het gezellig te houden, helpt je om duurzamer gezond te blijven en met plezier te werken. En dat zou dan maar mooi een bijvangst kunnen zijn van deze crisis.